"Omarm avontuur, en het zal je vinden" - Reisverslag uit Masaka, Oeganda van Maarten Kommer - WaarBenJij.nu "Omarm avontuur, en het zal je vinden" - Reisverslag uit Masaka, Oeganda van Maarten Kommer - WaarBenJij.nu

"Omarm avontuur, en het zal je vinden"

Blijf op de hoogte en volg Maarten

21 Juni 2015 | Oeganda, Masaka

En we zijn weer twee weken verder. De tijd vliegt voorbij. Of, zoals de Engelsen die ‘stonecoal-English’ spreken, zouden zeggen: time flies foreby. Ja, ik ben nog steeds dezelfde met deze flauwe humor. Excuses. Negeer het als het je niet aanstaat. Laat ik maar verder gaan met wat verhalen, want die zijn er genoeg.
Villa Maria Hospital is een redelijk groot ‘private hospita’, betekenend dat de mensen moeten betalen (bijdragen) aan de hulp die ze krijgen. Dit in tegenstelling tot de zorg in ziekenhuizen van de overheid (regional referral hospitals), waar de zorg gratis is. Echter, de zorg is daar vaak van mindere kwaliteit (is mij verteld), er zijn niet echt nurses, dus mensen gaan, als het even kan, toch graag naar een ziekenhuis als Villa Maria. Als het even kan dus, want geld is vaak een issue. Armoede is en blijft het grootste probleem hier. Dit is wat Emma, een Oegandees, betrokken bij een Public Health afdeling van Villa Maria, mij vertelde. “Sinds ~1960 heeft Afrika (Oeganda) hulp ontvangen van buitenaf, met name ook financiële steun, maar het is nog geen stap verder, vandaag de dag.” Wat daarbij ook niet echt helpt is corrupte overheden. Neem bijvoorbeeld Museveni. Hij is al ruim 30 jaar aan de macht, en zal daar niet vandaan komen totdat hij sterft of er een coup komt (wat een andere Oegandees in de komende jaren wel ziet gebeuren), met alle bloedige gevolgen van dien. Hij heeft enkele jaren terug veel geld ontvangen van het IMF om de situatie in het noorden van Oeganda, waar onrust heerst, te verbeteren. Wat deed hij? Hij kocht een privévliegtuig. Dat zal ze vast veel helpen daar in het noorden. Politici (en ook zakenmensen) zijn dan ook de enige welvarenden in dit land. Zo is er geen belasting, maar wordt die indirect geheven over alle goederen die gekocht worden. Zo zijn best wat producten in de winkels soms duurder dan in Nederland, vreemd genoeg. Voorbeeld, wat mij verteld werd: zout, eerst 100 shilling, nu 400-500. Scheermesjes, eerst 50, nu 300-400. Tsja. Men wilde geen belasting meer betalen, dus toen deed de overheid dit. Wellicht dat de arme ‘burger’ er hierdoor op vooruit gaat, want zij heeft niet veel te zoeken in een supermarkt of laptopwinkel. Hun eten kopen ze van de locals, waar via ‘bargaining’ (hier uitgesproken met de klemtoon op ‘gain’) de prijs wordt vastgesteld. Precies waarom de Mzungu’s hier in ieder geval hun eerste maal teveel betalen, want wat weten zij nou van de prijs? En alle Mzungu’s zijn toch rijk, is het idee hier, dus je wordt structureel afgezet (dat wordt tenminste geprobeerd).
Tegenover het gevoel van onrechtvaardigheid wat hierdoor kan ontstaan, staat behulpzaamheid centraal bij de Oegandees. Ondanks alle starende blikken die je krijgt, kinderen die ‘Mzungu’ roepen en soms zelfs stenen gooien (1x gebeurd, ik keek niet en toen kreeg ik stenen naar mijn hoofd, ik stond verbaasd), en boda drivers die zichzelf opdringen om je te vervoeren en dan hoofdschudden om de ‘non-Mzungu-price’ die je vraagt, zijn mensen hier zeer behulpzaam. Als je eenmaal de drempel over stapt en om hulp vraagt, doen ze dat maar al te graag, soms zelfs meelopend of meehelpend. Daar kom ik met mijn eerste verhaal aan: de bruiloft.
De bruiloft was een Oegandese bruiloft van de ouders van John, een clinical officer (soort huisarts) bij de ART clinic (nee, geen kunst, het is een HIV kliniek.) Het staat voor Anti-Retrovirale Therapie, de behandeling bij HIV-positieve patiënten. Dat klinkt wat minder stigmatiserend. Zijn ouders gingen trouwen, 20-6-2015. Dit is vrij ongewoon, op hun leeftijd trouwen (56 vs 52 jaar). Maar ik stel geen vragen hoor, daarover, ik ben allang blij dat ik het bij kon wonen. Na bijna een uur wachten aan de weg, verschillende boda drivers afgewimpeld te hebben, kwam daar een auto aan. Ik zag vaag een aantal glimmend witte tandenrijen, dus wist dat ik goed zat. Ik stapte in, werd welkom geheten door collega’s van John, wisselde het gebruikelijke ‘how are you? Fine, how are you? Fine’ uit en kreeg te horen dat ik me voor moest bereiden om de auto te duwen. Ik lachte hier nog om, maar bedacht dat het flink geregend had de afgelopen dagen. Dat is niet heel handig voor de ‘dirt roads’, wat zo ongeveer alle wegen beslaat. En inderdaad, geen woord gelogen. Door heuvelig landschap reden of slipten wij, totdat we een heuvel zagen waar we op moesten. Halverwege stond een pickup truck vast met allemaal materiaal. Wij probeerden ook omhoog te komen, maar gleden in de berm. Dus daar gingen we. Auto uit (ook de dames met hun nette kleren en hoge hakjes), de bagger in (vooral langs de randen van de ‘weg’), broek opstropen en duwen. Zo kregen we met vereende krachten, zowel passagiers van ‘mijn’ auto als hun pickup truck, beide auto’s uiteindelijk weer de helling af, om via een andere route naar de bruiloft te gaan. Want, wat bleek: het was de catering van de bruiloft die hier vast was gelopen. Na een verdere reis achter de pickup-truck aan, viel deze opeens stil. De motor kwam niet meer op gang, ook niet na aanduwen, waarop een deel van de goederen op de pickuptruck bij ons achterin werden ingeladen, het passagiersaantal in onze auto steeg van 6 naar 10 man (samen met Denis op de bijrijdersstoel, ‘the Uganda Experience’) en we verder reden naar de bruiloft. Buiten. Zoals elke Oegandese bruiloft buiten is. Met partytenten, kleurrijke versiering, kleurrijke gewaden, vieze blubberschoenen (of slippers, want ja…), mooie, soms nogal ruim vallende jasjes of pakken, een goed bord Matoke (gestampte banaan) met rijst, een soort saus van ‘ground nuts’, soort pinda’s, en ‘beef’, het ongemak van de enige Mzungu aldaar te zijn, keiharde afrikaanse muziek die me halfdoof liet aan één oor, Oegandezen met goede ‘dansmoves’ in huis, een ‘short call’ ergens in het maïsveld daarachter, een man die mij feliciteerde met mijn twee Oegandese vrouwen (2 collega’s van John die naast mij zaten). Voor het eerst zag ik hier in Oeganda een jongen met mentaal aangedaan was. Na navraag bij Denis, de andere clinical officer, dus een collega van John, bleek dat hier vanuit de overheid geen voorzieningen zijn. Dus ouders accepteren hun kind (of niet), en voeden het op, zo goed en zo kwaad als dat gaat, gesteund door de buren.
Enfin, na lang wachten kwamen ze daar aan. Helaas duurde het allemaal lang, verstond ik niets van het Luganda, was het wel enorm mooi om te zien allemaal, maar was ik inmiddels ook flink doof aan een kant (en klaar met die harde muziek), wat betekende dat ik niet baalde toen Vincent (ook collega van John), zei dat we gingen. Rond 21:00u. Wat overigens weer geen probleem bleek, want na 3 uur van rijden door het soms enorm mistige donker (nabijgelegen moeras), over glibberende weggetjes waar soms geen auto’s elkaar konden passeren, nog eens 3 andere auto’s getroffen te hebben die van de weg geraakt waren, evenals een bus, dus, na weer een aantal keer de broek opgestroopt te hebben en te hebben geholpen met duwen, kwam ik, na over het hek geklommen te zijn, moe maar voldaan in mijn huisje terug aan op het terrein van de Villa Maria Nursing school, tegenover het ziekenhuis.
De verhalen worden ellenlang, maar nog eentje dan. Mijn eerste dag, bijna 2 weken geleden. Mijn huisgenoten, Janna en Rachél (co’s uit Maastricht) hadden beide een nogal hectische dag in het ziekenhuis; mijn dag was prima. In de ochtend op de OPD gezeten, dat is de OutPatient Department (polikliniek). Hier zat ik bij een andere clinical officer die patiënten sprak en medicijnen voorschreef. Daar kwam het op neer. Het meest markante: een stelletje die beide een HIV test ondergingen, waarbij het wel of niet doorgaan van de bruiloft afhing van de uitslagen. Dit zag ik vanmorgen (21-6-2015) ook staan bij de kerk waar ik heen ben gegaan. Het is een vereiste om bij lidmaatschap of bij willen trouwen de HIV-status van beide personen te weten. Tsjonge… In ieder geval was deze eerste dag, om daar de draad weer op te pakken, heel prima. De OPD duurde tot ongeveer 1u in de middag, waarna ik na een lunch nog naar de operatiekamer liep. Daar heb ik een keizersnede gezien. In een steriele operatiekamer, met luchtlekken overal, sporadisch een vlieg die tot vlak bij de patiënt komt, anaesthesie (en ook analgesie, pijnstilling) wat lang niet altijd efficiënt is en OK-personeel wat zich niet echt verantwoordelijk voelt. Goed, na zo’n eerste dag hebben we samen prima gegeten en gingen we op tijd slapen (22:30). Rond 23:15 werd ik wakker van een gehurkt, donker iemand naast mijn bed. (klassiek, toch?) Eerst dacht ik dat het Janna was (zij slaapt in een andere kamer), toen drong langzaam door dat er iets niet klopte. De persoon stond op en liep de gang in, naar de kamer (en voordeur), ik stond vlug op om er achteraan te gaan. Snel een broek aan, en deze jongen aanspreken. Hij sprak nauwelijks Engels, dus ik begreep er geen fluit van. Ik had hem naar buiten meegenomen, anders werden de dames wakker. Steeds meer begon te dagen dat hij vast een inbreker was, dus tweemaal liep ik naar binnen, om te checken of er spullen weg waren (dat leek niet zo te zijn) en of er een handlanger binnen was (ook dit was niet zo). Eerst wilde ik deze jongen toen wegsturen (hij was een jaar of 20 trouwens), maar toen wilde ik toch weten wat er aan de hand was, dus ik nam hem mee naar tegenover, het raam van de nurse trainees, waar nog licht brandde. Enkele van hem praatten met de ‘inbreker’, en er kwam een onsamenhangend verhaal uit. Ik moest maar naar de hoofdzuster. Zij deed open, luisterde naar mij en sprak met de jongen. Hoe langer het gesprek duurde, hoe strenger ze sprak. Er kwamen nog 2 andere hoofdzusters bij, waarop de eerste naar binnen ging en met een stok naar buiten kwam. Zij was angstaanjagend, en deelde een paar rake klappen uit aan de jongen, die was gaan zitten, en geen enkele aanstalten maakte om weg te rennen. Gegevens, aan de jongen gevraagd, werden na gecheckt, waarna uiteindelijk een man kwam die vertelde dat deze jongen gek was, en zo bekend stond in een naburig dorp. Uiteindelijk kwam een politieman die, met wat tikken en dreigend de trekker overhalen, de jongen het terrein af werkte. Ik voelde toch wat medelijden voor deze gast. De hoofdzuster vertelde mij dat dieven soms doen alsof ze gek zijn, maar bij navraag bleek hij echt mentaal iets te hebben. Wel toevallig: de eerste avond dat de meiden, die er toch al anderhalve maand zitten, vergeten om de deur op slot te doen, staat er een donkere man in je huis, naast je bed, notabene aan mijn bed. Zou God hierin een handje hebben gespeeld, zodat ik voor hem mag bidden?
Overigens kwamen we deze jongen 2 dagen later tegen, aan de straat, bij de Rolex-kraam. (geen horloges, een soort pannekoek met omelet en wat groente, vet maar heerlijk) Ik heb nog een foto samen met deze jongen.
Medisch gezien heb ik nu twee weken achter de rug, waarvan 1 ‘oriëntation week’ (elke dag ander onderdeel van het ziekenhuis) en 1 week bij de ART clinic. Ook komende week ben ik van plan daar te vertoeven, om vervolgens nog 3 weken op de ‘wards’, de zalen (kind, vrouw, man) mee te doen, tussendoor zo veel mogelijk assisterend bij operaties en keizersnedes.

Ik zou mijzelf niet als avontuurlijk inschatten. Leve mijn comfort zone. Maar, zoals de titel van dit stuk zegt: maak een stap richting avontuur, en het zal je opzoeken. Dat blijkt maar weer.

  • 21 Juni 2015 - 17:14

    Judith:

    Vet maarten om al je verhalen zo te lezen! Ben nu heel blij dat ik niet in het regenseizoen aan die kant van de wereld zat. Maar heel fijn dat je daar nu al zo je plekje hebt gevonden en wat gaaf dat je een echte oegandse bruiloft mee mocht maken!
    Nog heel veen zegen en avontuur gewenst de rest van je tijd daar!
    Liefs Judith

  • 21 Juni 2015 - 22:34

    C. Van Hekezen - Den Ouden:

    Fijn om weer wat van je te lezen. Je maakt heel wat mee hoor. Het zijn prachtige ervaringen. Je maakt toch wel foto's??? Die hoop ik dan te zien als je weer thuis bent. "Dirt roads" ken ik. Als het droog is heb je wolken rood stof om je oren, en als het nat is....zie bovenstaand verhaal.

    Ik denk elke dag aan je. Tot nu toe ben je bewaard. Gods zegen.
    Liefs Oma.

  • 22 Juni 2015 - 10:00

    Gerjob:

    Mooie verhalen! Dit ga je niet snel meer vergeten. Geniet er van :)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Maarten

Actief sinds 11 Mei 2015
Verslag gelezen: 285
Totaal aantal bezoekers 5273

Voorgaande reizen:

27 Mei 2015 - 25 Augustus 2015

Oeganda 2015

Landen bezocht: